Liefde zit in ons lijf, niet in ons hoofd.
Dus waarom leven we vooral in ons hoofd?
We beleven het leven niet.
We belichamen ons lichaam niet.
We voelen de liefde niet.
Zie, hoor, ruik, voel en beleef de natuur en de liefde komt vanzelf.
Die kan je alleen ervaren als je in het hier en nu bent.
Er gebeurt iets geks als we het over de liefde tussen mensen hebben.
De neiging is om liefde te vragen.
We verlangen liefde van de ander.
De ander moet ons lief hebben.
Maar dat is toch gek?
We verlangen van een boom toch ook niet dat het van ons houdt?
Dus waarom van een mens dan wel?
Je kunt liefde niet krijgen, niet nemen, niet claimen.
Je kunt liefde voelen, ervaren.
Je krijgt toch geen liefde van een boom? Je voelt liefde als je naar een boom kijkt, het is een ‘beweging’ van binnen naar buiten, niet andersom.
Zo ook met mensen. Je voelt liefde voor iemand, dat straal je uit en doordat je het uitstraalt komt het bij de ander en dan komt het weer terug (als een magneet).
Er valt dus niks te ‘halen’.
We denken dat we recht hebben op de liefde van de ander.
Maar dat kan niet. Je kunt liefde ontvangen als je zelf de liefde kunt voelen.
Het is geen product wat je koopt.
Vroeger dacht ik ook dat Liefde een werkwoord was. Dat je moest ‘werken’ voor de relatie, voor de liefde.
Inmiddels kan ik echt voelen dat het bij onszelf begint.
Als ik van mezelf houd, straal ik dat uit, van binnen naar buiten. Zo deel ik mijn liefde, ik geef het niet weg.
Liefde verspreid en vermenigvuldigt zich, moeiteloos, zonder ervoor te werken.
Liefde gaat niet alleen over ‘geven’ het gaat vooral over ‘ontvangen’.
Ik ben heel blij en dankbaar dat ik zoveel liefde kan voelen om te delen en te ontvangen.