Mijn cliënt Annie vertelt dat ze de laatste tijd wanneer ze alleen wandelt rustiger loopt. Ze is niet meer zo bezig met de afstand maar meer met het wandelen zelf. Ze voelt zich minder opgejaagd, geniet meer van de dingen om haar heen en dat voelt prettig.
Snel is fijn, traag is sloom
En sloom is dom.
Wanneer Annie samen met een vriendin loopt, lopen zij te kletsen en voelt ze niet dat ze snel loopt.
Hoe kan dat?
Annie en ik lopen naast elkaar, we zijn ongeveer even groot en het valt mij op dat ze kleine snelle pasjes maakt. Ze vertelt haar verhaal snel en als ik naar haar kijk zie ik dat haar hoofd voor haar romp staat.
Haar verhaal (dat ze rustiger loopt) past niet bij wat ik nu van haar waarneem.
Ik merk dat ze zo snel mogelijk veel wil vertellen en haar passen lijken net zo snel te gaan.
Wanneer we stilstaan en ik benoem wat ik heb waargenomen is de vergelijking met Truus de mier snel gemaakt, ze lacht en herkent het precies.
Ik vraag haar of ze haar passen groter kan maken. Wanneer ze dat doet komt haar romp meer boven haar heupen en haar hoofd boven haar romp. Ze loopt nu automatisch langzamer. Als ze nu wat zegt klinkt haar stem lager en trager.
Ineens, staat ze stil. Ze heeft een oordeel op traag. Traag is sloom en dom.
En daar wil ze niet mee geassocieerd worden. Zeker niet wanneer ze met iemand anders is. Diegene moet wel begrijpen dat ze het snapt.
Ik hoor dat vaker van cliënten die snel denken. Ze vinden mensen die trager zijn irritant. Zo willen zij zelf niet zijn.
Dus langzaam of traag bewegen is sloom en sloom is dom.
Ik vraag haar; “kan het zijn dat wanneer je zelf rustig bent, je hersenen ook rustiger zijn en je gedachtes minder alle kanten op gaan”? Ja, dat klinkt logisch.
“Ben je dan minder slim”? Nee, eigenlijk niet.
Dus het oordeel dat langzaam, traag of sloom dom is kan in de prullenbak.
Je voelt je waarschijnlijk iets rustiger en dat zegt gelukkig niks over je iq.